Resultaten Regionaal Investeringsfonds

Vier jaar RIF: Terugblik 2017 – 2020

De resultaten van vier jaar Regionaal Investeringsfonds (RIF) zijn samengebracht in de rapportage ‘Terugblik 2017-2020’.
Het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland/FruitDelta Rivierenland stelde deze rapportage in mei 2021 vast en stuurde hem ter kennisname naar de raden.
Ook de Economic Board blikt – met deze videoboodschap – terug op vier jaar RIF

Van deze rapportage is ook een samenvattende presentatie gemaakt: Presentatie Terugblik 4 jaar RIF: 2017 – 2020

Klik hier of op de afbeeldingen voor de volledige rapportage uit 2021 waarin we terugblikken op de RIF-periode 2017-2020.

Resultaten 2017 – 2018

Klik hier of op de afbeeldingen voor de volledige tussentijdse evaluatie van alle projecten gestart in 2017 en 2018.

Impact van de inmiddels afgeronde initiatieven 2017 – 2018

Speerpunt Agribusiness:
Nieuwe ketens en licence2produce

Het toonaangevend blijven binnen Europa wordt mede mogelijk gemaakt door de uitkomsten van de RIF-initiatieven die betrekking hebben op nieuwe kennisketen (Verkenning Agribusiness Gelderse Tuinbouw), nieuwe afzetstructuur met behulp van technologie voor fruit (Discovery) of energieproductie (Drijvende Zonnepanelen). Tegelijkertijd blijft de sector toonaangevend als afnemers ervan overtuigd zijn dat de sector de juiste dingen op de juiste manier doet. Dat resulteert in de juiste eindproducten van de juiste kwaliteit. Dit laatste wordt ook wel ‘licence2produce’ genoemd en krijgt in de praktijk meer en meer aandacht. Projecten die hieraan bijdragen zijn De langste boomgaard van Europa, Betuwse Krenkelaar, Mijn Kaaskoe en Proeflokaal Bommelerwaard.

Speerpunt Logistiek & Economie:
Robuuster en toekomstbestendiger logistiek ecosysteem

Onze ambitie om in de top 3 te komen van logistieke hotspots wordt ondersteund door verschillende RIF-projecten die bijdragen aan een robuust en toekomstbestendig logistiek ecosysteem. Denk hierbij aan de projecten die zich bijvoorbeeld richten op een (nieuwe) modal shift (Reefer Hub), dan wel op agro-logistiek/ketenlogistiek met behulp van technologie (Discovery). Het is voor de regio als logistieke hotspot noodzakelijk dat de sector robuuster en toekomstgericht denkt. Als wij kijken naar de aard van de initiatieven, dan zien wij dat er binnen de oogst van 66 studies en projecten er 41 zijn die een impact hebben op het snijvlak agro-logistiek. Hierbij kunt u denken aan de geautomatiseerde verpakkingslogistiek van producten.

Speerpunt Recreatie & Toerisme:
Uitbreiding van het aanbod

Om 5% omzetgroet per jaar binnen de regio te kunnen realiseren, zal er meer aandacht moeten komen voor dagactiviteiten en verblijfsactiviteiten. De projecten Scubassin, Munnikenland Toeristisch Recreatief Programma en Cultureel Recreatief Festival dragen bij aan het verbreden van de aanbod dagattracties. Daarnaast zijn er initiatieven die het recreatieve aanbod in de regio ondersteunen en daarmee de regio als bestemming aantrekkelijker maken (Betuwse Krenkelaar, Biodivers Rijk Fruitteeltlandschap, Fruitstalletjes, Lingegranen). Ook de lokale marketing en PR is verder opgepakt (Lingestreek) en er is gezocht naar een andere infrastructurele verbinding tussen dagattracties (Vaarverbinding Zaltbommel – Slot Loevestein). Door het ontwikkelingen van dagattracties zal er sprake zijn van een bijdrage aan de omzetgroei.

Criteria verordening Regionaal Investeringsfonds

Deze tussenevaluatie is in eerste instantie gebaseerd op de 19 afgeronde initiatieven over de periode 2017-2018. Deze hebben een totaal projectbudget van € 1.258.100 met een bijdrage van € 233.448 uit het RIF. Dit betekent dat de bijdrage vanuit het RIF heeft geresulteerd in een financiële multiplier van 5,4.

Kijkend naar de vooraf opgestelde RIF-criteria, zien wij op basis van de aangeleverde informatie door de projectleiders het volgende
(klik op + om tekst te lezen):

Dankzij de afgeronde projecten is er structureel nieuwe werkgelegenheid ontstaan ter grootte van 6 fte, veelal op mbo-/hbo-niveau. De impact in de vorm van nieuwe werkgelegenheid zal groter zijn wanneer de adviezen uit de haalbaarheidsstudies vertaald gaan worden naar concrete projecten. Ook zal de impact groter worden wanneer de pilots gaan werken aan opschaling van de opgedane ervaringen. Tegelijkertijd is er ook sprake van bestaande werkgelegenheid, namelijk de tijd die gestopt wordt in de uitvoering van de projecten. Deze werkgelegenheid kan als incidenteel getypeerd worden omdat de werkgelegenheid tijdens de uitvoering van het project loopt. Van het totale projectbudget van € 1.258.100 van de afgeronde projecten heeft € 768.600 betrekking op interne kosten: de inzet van eigen uren/capaciteit (gekapitaliseerd tegen € 50 per uur) en € 488.500 externe kosten. Kijkend naar deze bedragen – omgerekend naar de gemiddelde kosten van een mbo-/hbo-functie van € 40.000 per jaar – zouden de interne uren betrekking hebben op ruim 19 fte. De externe kosten die gemaakt zijn, berekenen wij voor 75% toe aan regionale bedrijven en dat resulteert in ruim 12 fte.

Bij alle projecten is sprake van een vorm van systeeminnovaties waarbij een bestaand systeem van samenwerking (productie-, kennis-, distributie-, betalingssysteem- en afvalketen) ter discussie wordt gesteld of aan analyse wordt onderworpen en vervolgens aangepast. Ook werken de uitvoerders aan de maatschappelijke opgave voor de energietransitie. Dat doen zij door op andere manieren na te denken over energieopwekking (zoals het project Drijvende Zonnepanelen).

Doordat met meerdere partijen (O’s) binnen de initiatieven wordt samengewerkt, wordt er een bijdrage geleverd aan duurzame ontwikkeling in de regio. Dit blijkt ook uit het sterke bottom-up karakter dat de regionale gemeenten door middel van het ambitiedocument en het RIF aanjagen. Het zijn ondernemers, dan wel ondernemende inwoners, die bij de aanvraag van de projecten veelal in de lead zitten. Binnen de afgeronde projecten is de samenwerking gezocht met verschillende kennisinstellingen. Regionaal met ROC’s en Helicon, maar ook daarbuiten met Wageningen (PPO-Randwijk) en HAS Den Bosch. De duurzame ontwikkeling blijkt ook uit het feit dat de initiatieven slechts voor een deel uit het RIF gefinancierd worden: haalbaarheidsstudies 50% van het projectbudget met een maximum van € 10.000, uitvoeringsprojecten 30% van het projectbudget met een maximum van € 100.000. Het overige deel van het budget komt uit andere financieringsbronnen, zoals eigen geld, bancaire lening, inbreng geld partners en andere subsidiebronnen.

De gerealiseerde innovaties leveren een slim en duurzaam profiel op. Dat maakt het voor bedrijven aantrekkelijker om naar de regio FruitDelta Rivierenland te komen. Hierdoor zal er voor de regio sprake zijn van een verbetering van de concurrentiepositie. Ook ontstaat er een beter vestigingsklimaat: voor (aanverwante) bedrijven zal het interessanter worden om zich te vestigen in de regio.